Bij WERNERT-PUMPEN GmbH, een specialist voor het verpompen van veeleisende vloeistoffen, ligt de gemiddelde partijgrootte tussen 1 en 100. In de mechanische productie creëert een Tiltenta 7-3200 van HEDELIUS met een groot opspanvlak, een mobiele scheidingswand voor de werkruimte, een Standby-magazijn en een nulpuntspansysteem de beste voorwaarden voor een flexibele en productieve bewerking van pomponderdelen van verschillende afmetingen, aantallen en materialen.
WERNERT-PUMPEN was van meet af aan een pionier op het gebied van niet-metaalpompen. Hier werd de eerste kunststof zuurcentrifugaalpomp ter wereld ontwikkeld, evenals de gepatenteerde balgafdichting. Vandaag de dag is het familiebedrijf met 135 werknemers in de vierde generatie een van de marktleiders in zijn sector en is breed gepositioneerd. Het productassortiment strekt zich uit van horizontale chemische standaardpompen en procespompen tot verticale chemische pompen voor nat- en droogopstelling. ”Onze kracht is het brede spectrum”, legt Dr. Klaus Etscheidt uit, die samen met de twee managing partners Corinna en Ursula Hackenberg als technisch directeur aan het hoofd van het bedrijf staat. ”Bijna elke pomp is uniek.” De ingenieur heeft dus meteen een van de uitdagingen van het bedrijf aangehaald. Elke klant stelt andere eisen aan de weerstand, de opvoerhoogte en het debiet. WERNERT PUMPEN heeft een overtuigend antwoord op deze vraag: elke klant krijgt precies de pomp die hij nodig heeft.
De klanten komen voornamelijk uit de chemische industrie. Maar de pompen uit Mülheim worden ook gebruikt voor rookgasontzwaveling, bij galvanisatie, zeewaterontzilting en in de levensmiddelenindustrie. ”Onze pompen verwerken media met temperaturen van -150°C tot +165°C. Opvoerhoogtes tot 110 m kunnen worden overwonnen”, legt Harald Piechnick, productiemanager bij WERNERT, uit.
Flexibiliteit is cruciaal
WERNERT-pompen staan bloot aan zeer extreme invloeden en moeten agressieve, corrosieve en vaste stoffen verpompen. Om aan deze speciale eisen te voldoen, worden de pompen vervaardigd uit kunststoffen zoals polyethyleen, polyvinylideenfluoride of polytetrafluorethyleen. De behuizingen zijn voornamelijk gemaakt van nodulair gietijzer of synthetische graniet. Er wordt ook gebruik gemaakt van metalen onderdelen zoals ophangbuizen. Flexibiliteit is nodig om de afzonderlijke pompen rendabel te kunnen produceren. Daarom is voor de mechanische productie gekozen voor een HEDELIUS Tiltenta 7-3200. ”We moeten flexibel kunnen reageren op verzoeken van klanten. Het komt voor dat er op korte termijn een pomp of een reserveonderdeel nodig is, dat we dan individueel moeten fabriceren”, meldt productiemanager Piechnick. De Tiltenta 7 van HEDELIUS garandeert deze flexibiliteit. Oorspronkelijk zou een kleinere machine worden aangeschaft ter vervanging van een oude boorinstallatie. Al snel werd echter erkend dat de Tiltenta 7-3200 aanzienlijk meer mogelijkheden biedt voor grote aantal bewerkingstaken en het verhogen van de productiviteit. Door het grote X-bereik van 3200 mm en het gebruik van een scheidingswand in de werkruimte kunnen zowel lange onderdelen als kleinere onderdelen rendabel worden vervaardigd. ”Met de Tiltenta 7 doen we veel aan afwerking van pomponderdelen van synthetisch graniet en kunststof”, legt productiemanager Piechnick uit. ”Maar er worden ook langere ophangingsbuizen kops bewerkt. Occasioneel worden matrijzen uit aluminium gefreesd, wat dan twee dagen duurt.” De uitdagingen in de productie zijn dan ook groot voor de specialist uit Mülheim. Gemiddeld zijn de verwerkingstijden 20-30 minuten per component. Doorlooptijden zijn bij WERNERT PUMPEN in principe een aandachtspunt, want kortere doorlooptijden betekenen ook lagere kosten. Daarom wil de fabriek in Mülheim de insteltijden optimaliseren.
Insteltijden worden geminimaliseerd
Het HEDELIUS-bewerkingscentrum is vanaf het begin uitgerust met een scheidingswand in de werkruimte, een Standby-gereedschapsmagazijn en een nulpuntspansysteem om de insteltijden te minimaliseren. ”Sommige pomponderdelen worden door ons als partijgrootte één gefabriceerd, en moeten dan na een paar jaar weer worden gefabriceerd. We hebben de programma's dan nog steeds beschikbaar. We hoeven alleen maar de componenten in het nulpuntspansysteem te klemmen en kunnen beginnen”, zo legt Harald Piechnick een van de redenen voor een dergelijk opspansysteem uit dat in de tafel is geïntegreerd. In principe liggen de partijgroottes bij WERNERT PUMPEN tussen de één en honderd. Het frequent op- en uitspannen van werkstukken is de regel, vandaar de keuze voor de scheidingswand in de werkruimte en het Standby-magazijn. Deze helpen ook om de insteltijden te verkorten. Door het plaatsen van de scheidingswand wordt op de Tiltenta 7-3200 een 3- en 5-assig werkvlak gecreëerd voor het opstellen van werkstukken tijdens de bewerking. Door de eenvoudige verwijdering van de scheidingswand kunnen lange delen in de kortst mogelijke tijd worden verwerkt. Tot 180 gereedschappen passen in het geheugen van het Standby-magazijn en zijn altijd direct beschikbaar voor de verschillende bewerkingen op de Tiltenta. ”Voor ons betekent het magazijn dat er geen behoefte is aan voorinstelling van het gereedschap, wat loont”, zegt productiemanager Piechnick, die onder de indruk is van de magazijnoplossing.
Made in Germany en service scoren punten
Naast deze economische redenen waren ook andere factoren bepalend voor de Tiltenta 7-3200 van HEDELIUS. Directeur Klaus Etscheidt legt uit: ”We waren op zoek naar een leverancier uit Duitsland, bij voorkeur uit de buurt, zodat we service in de buurt konden hebben.” Deze partner is gevonden in de Noord-Duitse machinefabrikant HEDELIUS. Met Siemens heeft men ook gekozen voor een Duits product voor het besturingssysteem en men is daar in Mülheim zeer tevreden over. ”Voor ons is dit de beste besturing voor het programmeren op de machine”, legt Harald Piechnick uit. Het compacte ontwerp van de machine was ook een zeer belangrijke factor voor een bewerkingscentrum van HEDELIUS. De productiehal dateert uit het begin van de 20e eeuw, de ruimte is beperkt door steunpilaren en kleine poorten. ”Een nog grotere machine zou hier nier binnen kunnen”, aldus productiemanager Piechnick en hij voegt er met een glimlach aan toe: ”We moesten de machine sowieso met een kraan over de tuin van de buren in de hal tillen.”